Gegevensverzameling is het Wilde Westen van de digitale wereld geworden.
Telkens wanneer een klant iets doet op een applicatie of website, kan het merk die informatie vastleggen, toeschrijven aan die persoon en bewaren om verschillende redenen. Dit omvat het opslaan van de gegevens om intern beslissingen te nemen, of het verkopen ervan aan externe adverteerders zodat zij zich beter op mensen kunnen richten.
Ja, gegevens zijn belangrijk om belangrijke inzichten te verwerven, de operationele efficiëntie te verbeteren en beter te voldoen aan de verwachtingen van de klant – maar moeten we echt alle gegevens verzamelen die we doen? Niet echt.
Nu klanten zich meer bewust worden van de gevaren van openbaarheid van hun persoonlijke informatie, willen zij meer controle over hoe hun informatie wordt verkregen, behandeld en opgeslagen – en terecht.
Om deze zorgen weg te nemen en toch belangrijke inzichten te verkrijgen uit het gedrag van klanten, moeten bedrijven creatieve manieren vinden om gegevens te zuiveren van persoonlijke informatie, en zich concentreren op het verzamelen van alleen die gegevens die voor hen relevant zijn. Ze moeten het verzamelproces ook gemakkelijker uitleggen, zodat klanten in een paar zinnen begrijpen hoe hun gegevens worden gebruikt, in plaats van in een lang document met voorwaarden.
Een stap in de richting van gegevensintegriteit
We hebben het allemaal wel eens meegemaakt: je praat over iets in de buurt van je telefoon en de volgende keer dat je Facebook of Instagram opent, staat er een advertentie die verband houdt met het gesprek dat je voerde. Betekent dit dat die applicaties toegang hebben tot de microfoon van je toestel? Nee, zo blijkt. Maar de dingen die je op verschillende platforms bekijkt, kunnen een informatiespoor creëren – dat op zijn beurt de advertenties informeert die je krijgt voorgeschoteld als de verzamelde gegevens. Maar hebben deze platforms (en vele anderen) die gegevens echt nodig? Eigenlijk niet.
We zien al enkele belangrijke verschuivingen in de manier waarop bedrijven over deze kwestie denken. Vorig jaar bracht Apple bijvoorbeeld een update uit die gebruikers de keuze gaf om hun “identifier voor adverteerders” (IDFA) gegevens op app-niveau te blokkeren. Met de lancering van iOS 14 betekende dit dat apps gebruikers om toestemming moesten vragen om hun persoonlijke gegevens te verzamelen en te delen. Het zal niemand verbazen dat 96% van de gebruikers ervoor kiest hun gegevens niet te delen.
Dit klinkt misschien als hoofdpijn voor marketeers die zich steeds meer richten op het leveren van gepersonaliseerde ervaringen aan hun prospects, maar het is ook een kans voor merken om opnieuw na te denken over hoe en waarom ze gegevens vastleggen en gebruiken. Zullen marketeers samenwerken met first-party dataproviders die toegang hebben tot hun klantenbestand? Of zullen onderzoekers manieren blijven ontdekken om gepersonaliseerde oplossingen te bieden zonder gevoelige persoonsgegevens vast te leggen? Wij denken dat dat meer dan mogelijk is.
Naarmate we verder gaan, zullen leiders in deze ruimte ook rekening moeten houden met de gegevensregelgeving die de afgelopen vijf jaar is ontstaan. Terwijl de General Data Protection Regulation (GDPR) de verzameling en opslag van gegevens voor klanten in de EU regelt, heeft Noord-Amerika in dit opzicht ook een stap voorwaarts gezet met de lancering van de California Consumer Privacy Act (CCPA). Deze normen zijn bedoeld om de consument te beschermen en de parameters voor toekomstige innovatie op dit gebied vast te stellen.
In de toekomst verwachten wij nieuwe methoden die de consument beschermen en tegelijkertijd merken in staat stellen weloverwogen beslissingen te nemen wanneer zij hun eindgebruikers bedienen.
Neem contact op voor meer informatie over hoe Intwo u kan helpen bij het bevorderen en handhaven van gegevensintegriteit.